Volgen van leerlingen

Leerlingvolgsysteem

Om als Nederlandse school in het buitenland de ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen maken we gebruik van de Nederlands (landelijk) genormeerde toetsen die 1 of 2 keer per jaar worden aangeboden. Dit biedt, naast het volgen van de vaardigheden van de leerling, de mogelijkheid een vergelijking te maken met de Nederlandse situatie. De Nederlands genormeerde toetsen van SchoolVaardigheidsToetsen (SVT) worden gebruikt om de vorderingen op het gebied van lezen, spelling en begrijpend lezen te volgen. Om woordenschat te volgen gebruiken we de Nederlands genormeerde woordenschattoets van CITO.

De scores van de toetsen worden met de Romeinse cijfers I t/m V weergegeven. Elk cijfer staat voor 20%. I staat voor de 20 % hoogst scorende kinderen. Deze kinderen lopen in principe een jaar voor op het gemiddelde niveau. V voor de 20% laagst scorende kinderen. Leerlingen met een I-score hebben minder instructie en oefening nodig en kunnen zelf aan de slag, meestal met verdiepingswerk. Leerlingen met een II-score kunnen met een kleine instructie aan het werk en leerlingen met een III-score volgen de normale instructie. Een lll-score wordt gezien als het Nederlands (landelijk) gemiddelde. In het voortgezet onderwijs geldt in Nederland het VMBO-KB als (landelijk) gemiddelde. De leerlingen met een IV-score hebben extra uitleg nodig. De kinderen met een structurele V-score werken met een basisprogramma met daarnaast tijd voor extra oefening en instructie. Deze kinderen hebben een achterstand van een jaar of meer ten opzichte van het Nederlands landelijk gemiddelde.